Kantoorjargon hoor je overal. Van “een plasje erover doen” (wat stiekem best vies klinkt) tot “bij je in de lucht komen” (wat luchtiger klinkt dan het is): deze uitspraken zijn niet meer weg te denken op de werkvloer. Hoewel ze vaak raar of overdreven klinken, worden ze toch steeds weer gebruikt. Sta jij ook wel eens verbaasd als een collega weer zo’n rare kreet gebruikt? Geen zorgen, we hebben een lijst gemaakt van 30 grappige, opvallende en soms irritante kantooruitdrukkingen.
Het jargon overzicht
2.0
Alles wat vernieuwend klinkt krijgt tegenwoordig het label 2.0. Of het nu gaat om klantenservice 2.0 of samenwerking 2.0, deze term suggereert vooruitgang – al is dat lang niet altijd het geval.
Aanhaken
Betekent simpelweg ergens bij aansluiten of aanwezig zijn: “Haakt Sanne straks nog aan bij het overleg?”
Aanvliegen
Nee, er komt geen vliegtuig aan te pas. Dit betekent simpelweg ergens mee beginnen: “Hoe gaan we dit project aanvliegen?”
Aankaarten
Een nette manier om te zeggen dat je iets gaat bespreken: “Kun je het aankaarten bij HR?”
Aftikken
Taken afronden: “Ik moet deze week nog een paar dossiers aftikken.”
Bila
Afkorting van een bilateraal gesprek (een-op-een): “Heb je morgen tijd voor een bila?”
Brainen
Een hip woord voor nadenken of overleggen: “Laten we even samen brainen over de nieuwe campagne.”
Challengen
Komt van het Engelse “to challenge” en betekent uitdagen of prikkelen: “We moeten elkaar blijven challengen om de targets te halen.”
Concullega
Een term die concurrenten en collega’s combineert: “Onze concullega’s hebben dat idee ook al uitgevoerd.”
Inschieten
Een afspraak inplannen of een probleem aankaarten: “Ik schiet dit even in bij het management.”
Issue
Een diplomatiek woord voor probleem: “Het issue met de server is nog steeds niet opgelost.”
Klankborden
Een synoniem voor overleggen: “Kun je even met me klankborden over de presentatie?”
Laaghangend fruit
De makkelijkst te behalen successen: “Laten we ons eerst richten op het laaghangend fruit.”
Lead
De leiding nemen of verantwoordelijkheid krijgen: “Wie neemt de lead op dit project?”
Levelen
Afstemmen of gelijk trekken: “We moeten nog even levelen met de afdeling Marketing.”
Offline bespreken
Face-to-face overleggen zonder digitale middelen: “Laten we dit morgen offline bespreken.”
Out of the box
Creatief denken of buiten de gebaande paden treden: “Dit idee is echt out of the box!”
Over de schutting gooien
Een taak (vaak een vervelende) bij iemand anders neerleggen: “Ze gooien dit project weer bij mij over de schutting.”
Over je eigen schaduw heen springen
Je eigen belang opzijzetten voor een groter doel: “Het is belangrijk dat we over onze eigen schaduw heen springen.”
Plasje erover doen
Je mening geven of ergens naar kijken: “Kun jij nog even je plasje over dit rapport doen?”
Quick wins
Snel te behalen successen: “We focussen ons eerst op de quick wins.”
Schakelen
Snel wisselen tussen taken of onderwerpen: “Je moet goed kunnen schakelen in deze functie.”
Sparren
Overleggen of ideeën uitwisselen: “Ik wil even met je sparren over de volgende stappen.”
Schieten
Feedback geven: “Kun je nog even op deze offerte schieten?”
Terugkoppelen
Reactie geven of opvolgen: “Ik kijk ernaar en koppel het straks terug.”
Bij je in de lucht komen
Een veelgebruikte manier om aan te geven dat je contact opneemt: “Ik kom volgende week even bij je in de lucht.”
De trein in duwen
Een project snel van de grond krijgen: “We moeten dit voorstel echt de trein in duwen.”
Faciliteren
Een duur woord voor ‘regelen’ of ‘ondersteunen’: “We moeten dit proces beter faciliteren voor de klant.”
Kapstok
Een term die vaak wordt gebruikt voor een overkoepelend idee of structuur: “We gebruiken deze strategie als kapstok voor onze campagne.”
Het ei leggen
Eindelijk met een oplossing komen of iets afronden: “Het is tijd om het ei te leggen en door te pakken.”
Helikopterview
Een overzicht van het grotere geheel: “Kun je dit vanuit een helikopterview bekijken?”
Kort door de bocht
Een term om aan te geven dat iets simplistisch wordt benaderd: “Dit klinkt een beetje kort door de bocht, maar is het haalbaar?”
Parkeren
Iets tijdelijk opschorten of uitstellen: “Laten we dit idee even parkeren en verdergaan met het hoofdonderwerp.”
Optuigen
Een project of plan opzetten: “We moeten dit proces nog verder optuigen.”
Of je nu lachend of zuchtend door dit lijstje gaat, één ding is zeker: kantoorjargon is hier om te blijven. Herken je jezelf in deze uitspraken?